maandag 13 juni 2016

In ons voetspoor 1


Kiel

Het lijkt alsof de stad de smalle Schwedenkai de haven indrukt.
Op de krappe meters is het veerbootverkeer grūndlich georganiseerd. 
Port of Kiel staat er op de gele hesjes van de havenarbeiders. 
Naast ons ligt de Stena Scandinavica met haar Zweeds sprekende bemanning. 
Duits,Engels, Zweeds zijn kennelijk de voertalen in de haven van Kiel.De andere veren 
en de marinewerf liggen op de andere oever. In vergelijking met de jachtige drukte 
van vrachtauto's en mensen in Travemūnde lijkt het hier maar een jachthaven. 
Witte zeilen zijn volop te zien op het water. Zeilen, de Kieler Woche, maakt deze 
stad immers internationaal beroemd. 
De ook Nederlands sprekende kaartjesverkoper wenst ons een goede reis en tot 
ziens. Pūnktlich controleert hij onze identiteitsbewijzen. Voor het eerst sinds jaren 
weer controle. De terreurdreiging en de angst voor illegale immigratie is nooit ver weg. 
We zoeken onze weg in het labyrinth van hutten. Hittar ni? vragen vriendelijke 
Stena-dames. Jazeker, we vinden onze buitenhut met uitzicht op zee. Een goed bed, een raam, een douche en een toilet, meer hebben we niet nodig. We varen voorbij het forse Uboot Denkmal van de Kriegsmarine, het andere gezicht van Kiel. Nooit meer oorlog hebben we nog steeds niet geleerd en de schijn van de fraaie jachten en zeilboten bedriegt. Misschien wel net als de kalme zee, waarin de zon op de warme zomerse negende mei langzaam ondergaat. Bij het ontschepen in Göteborg worden we gevraagd onze ID-kaarten klaar te houden. Zweden is streng weten we al. Een jonge douanier bekijkt van afstand de stroom auto's die de boot verlaat. Verder zien we niemand. Heeft Zweden dan toch nog niet alle onschuld verloren? 



In het spoor van de vaderen voor de toekomstige overwinningen
Mora

De jeugdherberg ligt bijna naast de meet. De beroemde finishpoort van de Vasaloppet, het twee weken durende langlaufevenement rondom de stad. Met als absoluut hoogtepunt de wedstrijd op de eerste zondag van maart. Van Sälen naar Mora, ruim negentig kilometer langlaufen om de eeuwige roem te verdienen. Het  Vasalopp museet, dat  zich eveneens aan de meet bevindt bewaart trots de historie. Het evenement heeft de impact van de Elfstedentocht, maar ons private Elfstedentochtmuseum legt het volledig af tegen dit imposante gebouw, dat de trots van Mora weerspiegeld.
Ons onderdak roept wat sfeer betreft warme herinneringen bij ons op aan ons verblijf in Olofström bij onze vriendin Martha. Klassiek Zweeds en een goed bed.
Stängt för säsongen of kortweg stängt, gesloten, meldt een bordje op de deur van een aantal eetgelegen-heden. We moeten er weer aan wennen dat de zomer, en dus het open zijn van diverse eettentjes, pas na midzomer begint. Geen Chinees vanavond. En we hadden ons er zo op verheugd. Dagens husman, het menu van de dag, elders blijkt een goed alternatief.
Mora neemt rust in dit interbellum tussen winterse drukte en de toeristische zomer.
Het is Mora's grootste zoon, de schilder Anders Zorn, die de winter- en zomertaferelen treffend heeft vastgelegd. Nog steeds is de folkdrakt rond Midsommar in Mora te zien, zoals we zelf hebben gezien. En nog steeds kun je de kerkboten over het Siljan meer zien aankomen.



Nog volop sneeuw op de piste en het fjäll


Härjedalen


We verlaten de Zweedse provincie Dalarna, het Zweden van de kalenderplaatjes, en zetten koers naar Härjedalen. Van oudsher kent Zweden vele landschappen, een bestuursvorm als een provincie. De koning benoemt ieder van zijn kinderen en kleinkinderen direct bij de geboorte al tot de hertog of hertogin van een landschap. Ook aangetrouwde kinderen krijgen een landschap toegekend. Zelf is de koning hertog van Jämtland en onderhoudt hij nauwe banden met dit gebied. 
Härjedalen is geen zelfstandig landschap meer, want net als overal elders is er sprake van groter groeien. Momenteel is Härjedalen een gemeente in de provincie Jämtland. En jawel, ook in Zweden weten de bureaucraten het beter. Want nu moeten de provincies opgaan in nog veel grotere provincies. En evenals thuis geeft dat ook hier gedonder. De gemeente Härjedalen is gericht op Dalarna maar wordt samengevoegd met andere gemeentes uit het noorden, waarmee ze zich niet verwant voelen. 
Het komt ons allemaal bekend voor.
Härjedalen heeft net geen 10.000 inwoners. Ze wonen met elkaar op bijna 12.000 km2. Je komt hier dus bijna geen mens tegen. Sveg is het bestuurscentrum.


Skidgymnasiet i Sveg söker en tränare till kommande verksamhetsår.
Sveg, 's werelds grootste houten beer.


Vemhån

Verder naar het noorden. 120 km bijna rechte weg door bos en steen. Drie dorpjes, die je binnen een minuut passeert. In de voormobielse tijd is het bij pech wachten op een toevallige passant. De bomen worden kaler, knoppen trekken zich terug. We gaan terug in de natuurtijd, De sneeuwstokken markeren nog de wegkant. Na Sveg de laatste kilometers, een halfuur op vertrouwd terrein.
Het voorjaar moet nog beginnen. Veel sneeuw op het Sonfjäll, dood gras, alles geel. We zijn thuis en zien het werk al liggen.

Vemhån, ruim honderd inwoners en grofweg zo'n tweehonderd huizen. Veel ouderlijke huizen worden maar minimaal door het nageslacht bewoond. Een aantal huizen zijn in buitenlandse handen. Een kerkje op het kruispunt, een altijd noodlijdende winkel, een dorpshuis voor feesten, uitvaarten en partijen en een eigen begraafplaats. Enkele families domineren het dorp. We herinneren ons de crêche, maar dat is verleden tijd. Enkele enhousiastelingen verzorgen een atletiektraining. Voor voetbal en ijshockey moet je inmiddels naar elders. Maar in de kleedkamers van de sportclub is wekelijks de sauna open. Om de was te doen zijn in het aangrenzende gebouw enkele grote machines beschikbaar. Te boeken via internet. Het dorp heeft een aandeel in een van de zes windmolens op de berg. De fiberkabel ligt klaar. Onze bestemming  Nordibacka ligt op de heuvel aan de noordzijde van dit dorp.




Nordibacka

Thuis zeggen we. In ieder geval voor de komende maanden hopen we. Kaal, geel en doods. Samen met de natuur brengen we leven op de boerderij. Er ligt genoeg werk te wachten in de tuin. Wij zetten de bloemetjes buiten en versieren het erf. De natuur zorgt voor lange lichte avonden en gaat niet slapen. Zo wordt het snel groen rondom ons en begint het grasmaaiseizoen. Het gesnoeide hout eindigt op een gezellig vuur. De Vuurmeester is er niet en dus sluiten we niet af met een feestmaal.
Beide buurvrouwen hebben voor ons bessen en paddestoelen bewaard van vorig jaar, waarvan Elsbeth direct jam en gelei maakt. Heerlijk om zo de zomer te beginnen.
Het weer doet zijn best, laat het daarna even afweten, toont haar nachtvorstzijde en vervolgens weer haar zonnige kant. Op 31 mei zitten we om half tien 's avonds nog buiten. Ongehoord. Op 10 juni beginnen we de dag met een heel dun laagje sneeuw op de piste. Het kan verkeren in dit jaargetijde.
Liesbeth komt, neemt mooi weer mee en verricht slavenarbeid in de tuin. Het is haar eigen keuze. We eten vaak buiten en hebben het samen erg gezellig.

En we troffen zowaar ook nog een andere bekende in de boekhandel.











Hartelijke groet
Elsbeth & Henk

1 opmerking:

Anita zei

Heerlijk om weer te lezen van jullie 'thuiskomst'.