Kiel
Het lijkt alsof de stad de smalle Schwedenkai de haven indrukt.
Op de krappe meters is het veerbootverkeer grūndlich georganiseerd.
Port of Kiel staat er op de gele hesjes van de havenarbeiders.
Naast ons ligt de Stena Scandinavica met haar Zweeds sprekende bemanning.
Duits,Engels, Zweeds zijn kennelijk de voertalen in de haven van Kiel.De andere veren
en de marinewerf liggen op de andere oever. In vergelijking met de jachtige drukte
van vrachtauto's en mensen in Travemūnde lijkt het hier maar een jachthaven.
Witte zeilen zijn volop te zien op het water. Zeilen, de Kieler Woche, maakt deze
stad immers internationaal beroemd.
De ook Nederlands sprekende kaartjesverkoper wenst ons een goede reis en tot
ziens. Pūnktlich controleert hij onze identiteitsbewijzen. Voor het eerst sinds jaren
weer controle. De terreurdreiging en de angst voor illegale immigratie is nooit ver weg.
We zoeken onze weg in het labyrinth van hutten. Hittar ni? vragen vriendelijke
Stena-dames. Jazeker, we vinden onze buitenhut met uitzicht op zee. Een goed bed, een raam, een douche en een toilet, meer hebben we niet nodig. We varen voorbij het forse Uboot Denkmal van de Kriegsmarine, het andere gezicht van Kiel. Nooit meer oorlog hebben we nog steeds niet geleerd en de schijn van de fraaie jachten en zeilboten bedriegt. Misschien wel net als de kalme zee, waarin de zon op de warme zomerse negende mei langzaam ondergaat. Bij het ontschepen in Göteborg worden we gevraagd onze ID-kaarten klaar te houden. Zweden is streng weten we al. Een jonge douanier bekijkt van afstand de stroom auto's die de boot verlaat. Verder zien we niemand. Heeft Zweden dan toch nog niet alle onschuld verloren?
In het spoor van de vaderen voor de toekomstige overwinningen |
De
jeugdherberg ligt bijna naast de meet. De beroemde finishpoort van de
Vasaloppet, het twee weken durende
langlaufevenement rondom de stad. Met als absoluut hoogtepunt de wedstrijd op
de eerste zondag van maart. Van Sälen naar Mora, ruim negentig
kilometer langlaufen om de eeuwige roem te verdienen. Het Vasalopp museet, dat zich eveneens aan de meet bevindt bewaart
trots de historie. Het evenement heeft de impact van de Elfstedentocht, maar
ons private Elfstedentochtmuseum legt het volledig af tegen dit imposante
gebouw, dat de trots van Mora weerspiegeld.
Ons
onderdak roept wat sfeer betreft warme herinneringen bij ons op aan ons
verblijf in Olofström bij onze vriendin Martha.
Klassiek Zweeds en een goed bed.
Stängt för säsongen of kortweg stängt, gesloten, meldt een
bordje op de deur van een aantal eetgelegen-heden. We moeten er weer aan wennen
dat de zomer, en dus het open zijn van diverse eettentjes, pas na midzomer
begint. Geen Chinees vanavond. En we hadden ons er zo op verheugd. Dagens
husman, het menu van de dag, elders blijkt een goed alternatief.
Mora
neemt rust in dit interbellum tussen winterse drukte en de toeristische zomer.
Het is
Mora's grootste zoon, de schilder Anders Zorn, die de winter- en zomertaferelen
treffend heeft vastgelegd. Nog steeds is de folkdrakt rond Midsommar in Mora te
zien, zoals we zelf hebben gezien. En nog steeds kun je de kerkboten over het
Siljan meer zien aankomen.
Härjedalen
We verlaten de Zweedse provincie Dalarna, het Zweden van de kalenderplaatjes, en zetten koers naar Härjedalen. Van oudsher kent Zweden vele landschappen, een bestuursvorm als een provincie. De koning benoemt ieder van zijn kinderen en kleinkinderen direct bij de geboorte al tot de hertog of hertogin van een landschap. Ook aangetrouwde kinderen krijgen een landschap toegekend. Zelf is de koning hertog van Jämtland en onderhoudt hij nauwe banden met dit gebied.
Härjedalen is geen zelfstandig landschap meer, want net als overal elders is er sprake van groter groeien. Momenteel is Härjedalen een gemeente in de provincie Jämtland. En jawel, ook in Zweden weten de bureaucraten het beter. Want nu moeten de provincies opgaan in nog veel grotere provincies. En evenals thuis geeft dat ook hier gedonder. De gemeente Härjedalen is gericht op Dalarna maar wordt samengevoegd met andere gemeentes uit het noorden, waarmee ze zich niet verwant voelen.
Het komt ons allemaal bekend voor.
Härjedalen heeft net geen 10.000 inwoners. Ze wonen met elkaar op bijna 12.000 km2. Je komt hier dus bijna geen mens tegen. Sveg is het bestuurscentrum.
Nog volop sneeuw op de piste en het fjäll |
Härjedalen
We verlaten de Zweedse provincie Dalarna, het Zweden van de kalenderplaatjes, en zetten koers naar Härjedalen. Van oudsher kent Zweden vele landschappen, een bestuursvorm als een provincie. De koning benoemt ieder van zijn kinderen en kleinkinderen direct bij de geboorte al tot de hertog of hertogin van een landschap. Ook aangetrouwde kinderen krijgen een landschap toegekend. Zelf is de koning hertog van Jämtland en onderhoudt hij nauwe banden met dit gebied.
Härjedalen is geen zelfstandig landschap meer, want net als overal elders is er sprake van groter groeien. Momenteel is Härjedalen een gemeente in de provincie Jämtland. En jawel, ook in Zweden weten de bureaucraten het beter. Want nu moeten de provincies opgaan in nog veel grotere provincies. En evenals thuis geeft dat ook hier gedonder. De gemeente Härjedalen is gericht op Dalarna maar wordt samengevoegd met andere gemeentes uit het noorden, waarmee ze zich niet verwant voelen.
Het komt ons allemaal bekend voor.
Härjedalen heeft net geen 10.000 inwoners. Ze wonen met elkaar op bijna 12.000 km2. Je komt hier dus bijna geen mens tegen. Sveg is het bestuurscentrum.
Sveg, 's werelds grootste houten beer. |
Vemhån
Verder
naar het noorden. 120 km bijna rechte weg door bos en steen. Drie dorpjes, die
je binnen een minuut passeert. In de voormobielse tijd is het bij pech wachten
op een toevallige passant. De bomen worden kaler, knoppen trekken zich terug.
We gaan terug in de natuurtijd, De sneeuwstokken markeren nog de wegkant. Na
Sveg de laatste kilometers, een halfuur op vertrouwd terrein.
Het
voorjaar moet nog beginnen. Veel sneeuw op het Sonfjäll, dood gras, alles geel. We zijn thuis en zien het werk
al liggen.
Vemhån, ruim honderd inwoners en grofweg zo'n tweehonderd
huizen. Veel ouderlijke huizen worden maar minimaal door het nageslacht
bewoond. Een aantal huizen zijn in buitenlandse handen. Een kerkje op het kruispunt,
een altijd noodlijdende winkel, een dorpshuis voor feesten, uitvaarten en
partijen en een eigen begraafplaats. Enkele families domineren het dorp. We
herinneren ons de crêche, maar dat is verleden
tijd. Enkele enhousiastelingen verzorgen een atletiektraining. Voor voetbal en
ijshockey moet je inmiddels naar elders. Maar in de kleedkamers van de
sportclub is wekelijks de sauna open. Om de was te doen zijn in het
aangrenzende gebouw enkele grote machines beschikbaar. Te boeken via internet.
Het dorp heeft een aandeel in een van de zes windmolens op de berg. De
fiberkabel ligt klaar. Onze bestemming
Nordibacka ligt op de heuvel aan de noordzijde van dit dorp.
Nordibacka
Thuis
zeggen we. In ieder geval voor de komende maanden hopen we. Kaal, geel en
doods. Samen met de natuur brengen we leven op de boerderij. Er ligt genoeg
werk te wachten in de tuin. Wij zetten de bloemetjes buiten en versieren het
erf. De natuur zorgt voor lange lichte avonden en gaat niet slapen. Zo wordt
het snel groen rondom ons en begint het grasmaaiseizoen. Het gesnoeide hout
eindigt op een gezellig vuur. De Vuurmeester is er niet en dus sluiten we niet
af met een feestmaal.
Beide
buurvrouwen hebben voor ons bessen en paddestoelen bewaard van vorig jaar,
waarvan Elsbeth direct jam en gelei maakt. Heerlijk om zo de zomer te beginnen.
Het weer
doet zijn best, laat het daarna even afweten, toont haar nachtvorstzijde en
vervolgens weer haar zonnige kant. Op 31 mei zitten we om half tien 's avonds
nog buiten. Ongehoord. Op 10 juni beginnen we de dag met een heel dun laagje
sneeuw op de piste. Het kan verkeren in dit jaargetijde.
Liesbeth
komt, neemt mooi weer mee en verricht slavenarbeid in de tuin. Het is haar
eigen keuze. We eten vaak buiten en hebben het samen erg gezellig.
Hartelijke groet
Elsbeth & Henk
1 opmerking:
Heerlijk om weer te lezen van jullie 'thuiskomst'.
Een reactie posten